kalkarm

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  kalkarm    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• kalk·arm

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  kalk zn  en  arm bn 

	stellend	vergrotend	overtreffend
onverbogen	kalkarm	kalkarmer	kalkarmst
verbogen	kalkarme	kalkarmere	kalkarmste
partitief	kalkarms	kalkarmers	-

Bijvoeglijk naamwoord

kalkarm

1. met een laag gehalte aan calcium (in de vorm van alkalische kalkzouten)

   • Als je klaar bent met het grove werk, en je de hoekjes en kiertjes met een kwastje hebt bewerkt, begin je aan het glas in de kozijnen, deuren en kasten. Afspoelen met pollepels kalkarm regenwater om strepen te voorkomen. De kelkjes van de hanglamp gaan in het sop. Het glaswerk poets je glanzend op met eau de cologne. Dat doet oma nog steeds, bekent ze. „Van glassex wordt het maar blauw.”  
   • Smook stelt dat het zand in het duinlandschap van Bergen aan Zee kalkarm is, wat de groei van natuurlijke heide bevordert. „Daarom zijn daar heel andere soorten beesten dan in andere natuurgebieden".  
   • In Nederland komen ongeveer 75 soorten korstmossen voor die bijna alleen op dijktaluds groeien. Ze profiteren van de kalkarme natuurstenen die verder schaars zijn in het land. Bij dijkverzwaringen worden die stenen meestal vervangen door (kalkrijke) betonblokken, omdat die beter te hanteren zijn.  

Vertalingen

    1. met een laag gehalte aan calcium   

Engels: deficient in lime (en)

Gangbaarheid

• Het woord kalkarm staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "kalkarm" herkend door:

87 %	van de Nederlanders;
87 %	van de Vlamingen.