Een kalasjnikov
  • ka·lasj·ni·kov
enkelvoud meervoud
naamwoord kalasjnikov kalasjnikovs
verkleinwoord

de kalasjnikovm

  1. (militair) Russisch machinegeweer
    • De bedreiging van Boelhouwer en de twee ambtenaren in functie vond plaats in 2015. Jan B. was toen boos over een controle die werd uitgevoerd bij zijn woning vanwege het vermoeden dat er een hennepplantage was gevestigd. Woedend riep Jan B. dat hij met een kalasjnikov naar het gemeentehuis zou komen om daar burgemeester Boelhouwer „overhoop te schieten”. Boelhouwer deed aangifte maar daar bleef het niet bij. De bedreiging werd indertijd zo serieus genomen dat er ingrijpende maatregelen werden getroffen voor de bescherming van Boelhouwer. [3] 
81 % van de Nederlanders;
88 % van de Vlamingen.[4]