open gemaakte kabelgoot
  • ka·bel·goot
enkelvoud meervoud
naamwoord kabelgoot kabelgoten
verkleinwoord kabelgootje kabelgootjes

de kabelgootv / m

  1. koker waar kabels gebundeld doorheen gaan
    • Gistermiddag brak een brandje uit in een kabelgoot. ProRail verving daarom meteen het kabelsysteem. De spoorbeheerder hoopte daarmee te voorkomen dat het donderdag mis zou gaan op een druk moment. [1] 
    • Hun voeropslag, ontdekten ze ook pas later, ligt bovenop een lek gestoten kabelgoot tussen twee bunkers uit de Tweede Wereldoorlog, onderdeel van een 630 kilometer lange Duitse verdedigingslinie. [2] 
    • Door een klein gaatje in een waterslang zou een straal water een hoog hangende kabelgoot en vervolgens een meterkast hebben bereikt. Zo ontstond een kortsluiting: "Het is zo verschrikkelijk ongelukkig uitgevallen. Dit is gewoon een ramp voor die ondernemer, niemand wil zijn varkens zo zien." [3] 
89 % van de Nederlanders;
85 % van de Vlamingen.[4]