• kaal·slag
enkelvoud meervoud
naamwoord kaalslag -
verkleinwoord - -

de kaalslagm

  1. (landbouw) het vellen van alle bomen op een stuk grond
  2. (pejoratief) overbodig geachte afbraak
91 % van de Nederlanders;
56 % van de Vlamingen.[1]
  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be