• kör
stellend vergrotend overtreffend
kör daha kör en kör

kör

  1. blind (niet in staat te zien)
  2. bot, stomp, niet scherp (van mes, schaar, etc.)
  3. (figuurlijk) mat, dof, zwak (van licht)
  4. (figuurlijk) blind (niet in staat de waarheid te zien)
  5. (figuurlijk) doodlopend (van weg, spoorweg, etc.)
  6. (figuurlijk) slecht