jogging
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- jog·ging
Woordherkomst en -opbouw
- Naamwoord van handeling van joggen met het achtervoegsel -ing of afgeleid van het Engelse jogging
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | jogging | joggings |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de jogging v
- (sport) het hardlopen om te trainen, als oefening om in conditie te blijven
- De jogging van vanochtend heeft me goed gedaan.
Afgeleide begrippen
Gangbaarheid
- Het woord jogging staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "jogging" herkend door:
95 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen.[1] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Frans
Uitspraak
Zelfstandig naamwoord
jogging m