Jodenkoeken.
  • jo·den·koek
  • samenstelling van  jood  en  koek  met het invoegsel -en- 
  • De bereiding en de naamgeving van deze koeksoort verwijst mogelijk naar een Joods-Iberische (Sefardische) culinaire traditie. Een gelijkaardige koek met dezelfde benaming van “joodse koek” is eveneens bekend in de Scandinavische landen.
enkelvoud meervoud
naamwoord jodenkoek jodenkoeken
verkleinwoord jodenkoekje jodenkoekjes

de jodenkoekm

  1. (voeding) grote, platte koek van zanddeeg
99 % van de Nederlanders;
65 % van de Vlamingen.[1]
  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be