Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • jeugd·tijd·schrift
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord jeugdtijdschrift jeugdtijdschriften
verkleinwoord jeugdtijdschriftje jeugdtijdschriftjes

Zelfstandig naamwoord

het jeugdtijdschrifto

  1. (media) tijdschrift voor een jeugdig publiek
    • Niet toevallig was het eerste jeugdtijdschrift dat in Vlaanderen verscheen met de missionering verbonden.[1] 
Vertalingen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen