• jan·se·nis·me
  • eponiem met het achtervoegsel -isme afgeleid van de Nederlandstalige achternaam van de 17e-eeuwse Vlaamse theoloog C. Jansen   [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord jansenisme -
verkleinwoord - -

het jansenismeo

  1. (religie) (politiek) religieuze en politieke beweging uit de 17e en 18e eeuw waarin soberheid en predestinatie een grote rol spelen
    De stroming ontstond vooral in Frankrijk als reactie op bepaalde ontwikkelingen in de katholieke kerk en op het absolutisme van de vorsten uit die dagen, in navolging van de opvattingen van de Ieperse bisschop Jansenius.