jachthobo
- jacht·ho·bo
- Van het Italiaans "oboe da caccia" (hobo van de jacht)
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | jachthobo | jachthobo's |
verkleinwoord | jachthobootje | jachthobootjes |
- (muziekinstrument) een primitieve hobo met een gekromde resonantiebuis, die ondermeer als signaalinstrument bij de jacht is gebruikt
1. jachthobo
- Het woord 'jachthobo' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.