jachtbuit
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- jacht·buit
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | jachtbuit | |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de jachtbuit m
- datgene wat men op een jachtpartij gevangen of gedood heeft
- Tradities zijn er om in ere te houden. Vooral als het gaat om de paastradities. Denekamp liep traditioneel uit voor het paasstaakslepen. Op de voet gevolgd door honderden toeschouwers sjouwde het gezelschap heren van het centrum naar landgoed Singraven, om daar onder begeleiding van de boswachter een krachtige boom te vellen en als jachtbuit mee terug te slepen. [2]
- Wellicht wachtten de oermensen af tot leeuwen een prooi te pakken hadden, om de roofdieren vervolgens weg te jagen, denkt Fisher. De Dorobostam in Kenia steelt nog steeds de jachtbuit van leeuwen. [3]
- De resolutie dringt verder aan op een boycot van de producten van de houtkapbedrijven die illegaal opereren en het bushmeat-probleem verergeren. Deze bedrijven staan hun werknemers toe om zich met de grootschalige stroperij bezig te houden om in hun eigen voedsel te voorzien en hun loon aan te vullen met de verkoop van de jachtbuit. De transportmiddelen van deze bedrijven staan ter beschikking van het transport van bushmeat uit de wouden naar de stedelijke gebieden. [4]
Synoniemen
Vertalingen
1.
Gangbaarheid
- Het woord jachtbuit staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "jachtbuit" herkend door:
91 % | van de Nederlanders; |
95 % | van de Vlamingen.[5] |
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Tubantia Loes Schutte 24-04-11 Mystiek en traditie bezongen tijdens Pasen
- ↑ Tubantia 04-04-12 'Oermensen stalen mammoeten van leeuwen'
- ↑ Reformatorisch Dagblad 16-01-2004 Europese zoo’s blij met actie EP tegen bushmeat
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be