isoleercel
- Geluid: isoleercel (hulp, bestand)
- iso·leer·cel
- samenstelling van isoleer ww en cel
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | isoleercel | isoleercellen |
verkleinwoord |
- in een gevangenis een cel waar de gevangene in afzondering kan worden opgesloten als strafmaatregel, of voorzorgsregel
- De gedetineerde die de regels overtrad kreeg drie dagen isoleercel opgelegd.
- in een psychiatrische inrichting een ruimte waar een patiënt in afzondering kan worden verpleegd en zo tot rust kan komen
- De psychotische patiënt kwam tot rust in de prikkelarme isoleercel.
- [1] separeercel, strafcel
- [2] time-out ruimte
- Het woord isoleercel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "isoleercel" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[1] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be