isolator
- iso·la·tor
- Naamwoord van handeling van isoleren met het achtervoegsel -ator
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | isolator | isolatoren isolators |
verkleinwoord | isolatortje | isolatortjes |
de isolator m
- (elektrotechniek) stof die of lichaam dat isoleert tegen geleiding van elektriciteit (vaak van glas of porselein)
- (natuurkunde), (bouwkunde) is een materiaal of medium dat geluid of warmte tegenhoudt
- Het woord isolator staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "isolator" herkend door:
97 % | van de Nederlanders; |
96 % | van de Vlamingen.[1] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be