• in·zout
vervoeging van
inzouten

inzout

  1. (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van inzouten
    • ... dat ik inzout. 
  2. (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van inzouten
    • ... dat jij inzout. 
  3. (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van inzouten
    • ... dat hij inzout. 
stellend
onverbogen inzout
verbogen inzoute

inzout

  1. buitengewoon zout

Er bestaat geen vergrotende of overtreffende trap, maar er is wel een nog verder versterkte vorm: in- en inzout.