Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • in·va·sief
Woordherkomst en -opbouw
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen invasief invasiever invasiefst
verbogen invasieve invasievere invasiefste
partitief invasiefs invasievers -

Bijvoeglijk naamwoord

invasief

  1. ongewenst met kracht binnenkomend
    • In het Zeeuwse Dreischor is een nest van de Aziatische hoornaar vernietigd. Het insect staat op de lijst van ongewenste invasieve exoten [1] 
  2. (medisch) waarbij een instrument in een orgaan ingebracht wordt
Vertalingen

Meer informatie

Gangbaarheid

Verwijzingen