Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • in·ty·pen
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

intypen

stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
intypen
typte in
ingetypt
zwak -t volledig
  1. (informatica) gegevens via een toetsenbord in de computer invoeren
    • De interne of externe prikkel is er, nu moet de gebruiker daadwerkelijk iets doen. Op het icoontje tappen, of facebook.com intypen in de adresbalk. Hoe krijg je mensen zover? Daar is een formule voor, in 2003 bedacht door gedragsdeskundige B.J. Fogg van de Stanford University. Die formule luidt: B is MAT. Met andere woorden: jij voert uit (Behaviour) wat Facebook wil wanneer er voldoende Motivation, Ability en een Trigger voor is. Ontbreekt een van de drie, dan gebeurt er niets.[1] 
    • Een gratis vorm van therapie is: je problemen intypen in de zoekbalk van Google. Heel belangrijk: je moet vervolgens niet kijken wat je met die problemen aanmoet, en al helemaal niet gaan lezen of jouw problemen toevallig de symptomen van een dodelijke ziekte zijn. Nee, je moet alléén maar het probleem intypen.[2]  
Synoniemen
Hyperoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

93 % van de Nederlanders;
93 % van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen

  1. NRC Peter Zantingh 11 augustus 2015
  2. Volkskrant AAF BRANDT CORSTIUS 6 juni 2014,
  3.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be