• in·to·na·tie
enkelvoud meervoud
naamwoord intonatie intonaties
verkleinwoord - -

de intonatiev [3]

  1. het verloop van de toonhoogte in woord en zin, tijdens het spreken, stembuiging
  2. (muziek) het juist stemmen van instrumenten
  3. (muziek) het inzetten van de toon bij het zingen
98 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[4]