intoneren
- in·to·ne·ren
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
intoneren |
intoneerde |
geïntoneerd |
zwak -d | volledig |
intoneren overgankelijk [1]
- een bepaalde stembuiging volgen in het spreken
- (muziek) de toon aangeven en de muziek beginnen
- (muziek) juist stemmen
- Het woord intoneren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "intoneren" herkend door:
79 % | van de Nederlanders; |
69 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be