pitch
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- pitch
Werkwoord
vervoeging van |
---|
pitchen |
pitch
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van pitchen
- Ik pitch.
- gebiedende wijs van pitchen
- Pitch!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van pitchen
- Pitch je?
Gangbaarheid
- Het woord pitch staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Engels
Uitspraak
- Geluid: pitch (VS) (hulp, bestand)
- IPA: /pɪtʃ/
enkelvoud | meervoud |
---|---|
pitch | pitches |
Zelfstandig naamwoord
pitch
Werkwoord
pitch
- gooien
- op een toon zetten