internetbellen
- Geluid: internetbellen (hulp, bestand)
- IPA: /ˈɪntərnɛtˌbɛlə(n)/
- in·ter·net·bel·len
- samenstelling van het zelfstandig naamwoord internet en het werkwoord bellen
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
internetbellen |
internetbelde |
geïnternetbeld |
zwak -d | volledig |
internetbellen
- (communicatie) telefoneren via het internet
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- Het woord internetbellen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.