intensiteit
- Geluid: intensiteit (hulp, bestand)
- in·ten·si·teit
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘mate van kracht’ voor het eerst aangetroffen in 1843 [1]
- Van het Franse intensité met het achtervoegsel -iteit [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | intensiteit | intensiteiten |
verkleinwoord |
- arbeidsintensiteit, geluidsintensiteit, levensintensiteit, lichtintensiteit, signaalintensiteit, uitgangsintensiteit, veldintensiteit
1. sterkte
- Het woord intensiteit staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "intensiteit" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[4] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "intensiteit" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ intensiteit op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be