• licht·in·ten·si·teit
enkelvoud meervoud
naamwoord lichtintensiteit lichtintensiteiten
verkleinwoord

de lichtintensiteitv [1]

  1. de sterkte van een lichtbron
     Maar nu komt het: het experiment van Young geeft ook bij een straal met een absurd lage lichtintensiteit dezelfde uitkomst, zélfs als er steeds maar één foton tegelijk wordt verzonden.[2]
     Met enige fantasie kunnen we daar misschien een derde gradiënt aan toevoegen (lichtintensiteit, bijvoorbeeld) om de niche van pissebedden in een driedimensionale hulpbronnenruimte te onderzoeken, maar veel verder dan dat komen we in een laboratorium niet.[3]


  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Antonio Padilla
    “Fabeachtige getalen en waar ze te vinden” (2023), Ambo/Anthos uitgevers  , ISBN 9789026353512
  3. “Waarom zijn er zoveel soorten” (2016), Atlas Contact  , ISBN 9789045031422