• in·snui·ven

insnuiven [1]

stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
insnuiven
snoof in
ingesnoven
klasse 2 volledig
  1. luidruchtig met kracht via de neus ademen en ruiken
    • Er zijn Amsterdammers die dagelijks tweemaal 't IJ over moeten en daarvoor vreselijke ontberingen moeten doorstaan. Op een bootje stappen líjkt leuk, maar als verloederd slachtvee ingeladen worden en dan elkaars ochtendadem insnuiven terwijl je een plekje probeert te bemachtigen is misère van mythische proporties. [2] 
    • Snot terug insnuiven is A-okay. Zakdoeken are for wussies. [3] 
  2. (figuurlijk) ergens heel uitdrukkelijk mee in contact komen
    • Wie zelf nog redelijk beschermd leeft in de biblebelt, eigenlijk alleen maar familie en kennissen heeft die min of meer gelijk denken en dan ook nog een werkkring binnen de reformatorische sfeer heeft, die denkt veelal nog in de context van de verzuilde samenleving en heeft zelfs vanuit een dorpssituatie nogal eens gestalten van een gereformeerde natie voor ogen. Maar voor onze leerlingen die dagelijks Rotterdam en veel wat daarbij hoort insnuiven, is dat niet meer de echte wereld. En zij willen horen hoe ze daar als christen hebben te leven. [4] 
72 % van de Nederlanders;
78 % van de Vlamingen.[5]


  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Het Parool Louis Bollee 15 juli 2016 Beyoncé: help ons in godsnaam in formation
  3. De Standaard 08/11/2013 door Doris Claesen Singapore - Integratie evolutie
  4. Reformatorisch Dagblad 02-03-2007 [https://www.rd.nl/opinie/oma-jacobs-als-identificatiefiguur-1.1181376 Oma Jacobs als identificatiefiguur]
  5.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be