[1] inheien van een heipaal
  • in·hei·en

inheien [1]

stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
inheien
heide in
ingeheid
zwak -d volledig
  1. door heien een pilaar in de grond of de bodem stampen
     De gemeente Knokke-Heist gaat nu aanvoeren dat het inheien van de buispalen tot dertig meter diep in de zeebodem en het storten van beton en harde materialen rondom iedere paal de fauna en flora verwoest. Samen met de schade aan de visserij zou dat niet opwegen tegen het "bijna onmeetbare" voordeel op het vlak van groene energie.[2]
  2. (figuurlijk) bepaalde kennis stevig inprenten
55 % van de Nederlanders;
42 % van de Vlamingen.[3]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron
    hrt
    “Knokke-Heist vraagt Raad van State vernietiging concessie windmolenpark” (19/07/2002), De Standaard
  3.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be