• in·druk
enkelvoud meervoud
naamwoord indruk indrukken
verkleinwoord indrukje indrukjes

deindrukm

  1. de uitwerking van iets op het gemoed of de geest
    • De eerste indruk van hem was zeer goed. 
     Precies dertig jaar geleden, op 1 mei 1995, begon de eerste Nederlandse muziekzender op tv. TMF (The Music Factory) bestaat inmiddels al veertien jaar niet meer, maar heeft een blijvende indruk achtergelaten op de Nederlandse muziek. "TMF was de shit vroeger".[3]
     Ik vond het verbijsterend om te horen hoeveel indruk de trail destijds op deze man had gemaakt.[4]
  2. een merk dat door indrukking ontstaat
    • Doordat hij zijn ring op papier sloeg, ontstond er een indruk van zijn ring op het papier. 
  • [1]: de indruk geven dat
  • [1]: een gespannen indruk maken
  • [1]: een indruk achterlaten
vervoeging van
indrukken

indruk

  1. (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van indrukken
    • ... dat ik indruk. 
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[5]
  1. "indruk" in:
    Sijs, Nicoline van der
    , Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org
    ; ISBN 90 204 2045 3
  2. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  3. Bronlink geraadpleegd op 2 mei 2025 Weblink bron “30 jaar geleden begon TMF, herinneringen nog springlevend” (1 mei 2025), NOS
  4. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers op Wikipedia
  5. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be