• in·doc·tri·na·tie
enkelvoud meervoud
naamwoord indoctrinatie indoctrinaties
verkleinwoord - -

de indoctrinatiev

  1. (religie) (politiek) het systematisch en eenzijdig onderwijzen (met de nodige druk) van overtuigingen, met de bedoeling dat deze kritiekloos worden aanvaard
96 % van de Nederlanders;
96 % van de Vlamingen.[4]