Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • in·di·rect
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen indirect indirecter indirectst
verbogen indirecte indirectere indirectste
partitief indirects indirecters -

Bijvoeglijk naamwoord

indirect

  1. niet rechtstreeks
     Ze hadden veel aandacht en indirecte steun in de rechtse pers gekregen voor al hun streken voor de verkiezingen.[1]
Antoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

  1. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “Tussen rood en zwart” (2014), Uitgeverij Prometheus, ISBN 9789044625691
  2.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be