incourant
- in·cou·rant
- van het Frans incourant; op te vatten als afleiding van courant (bijvoeglijk naamwoord) met het ontkennend voorvoegsel in-[1]
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | incourant | incouranter | incourantst |
verbogen | incourante | incourantere | incourantste |
partitief | incourants | incouranters | - |
incourant [2]
- niet gangbaar
- Het woord incourant staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "incourant" herkend door:
85 % | van de Nederlanders; |
70 % | van de Vlamingen.[3] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be