Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • in·bleek
Woordherkomst en -opbouw
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen inbleek - -
verbogen inbleke - -

Bijvoeglijk naamwoord

inbleek

  1. zonder de gewone kleur, bijna helemaal wit
    • Hoewel hij inbleek was van vermoeidheid, liet hij die vermoeidheid niet blijken, (...) [1]
Opmerkingen

Er bestaat geen vergrotende of overtreffende trap, maar er is wel een nog verder versterkte vorm: in- en inbleek.

Hyponiemen

Gangbaarheid

Verwijzingen