in- en invies
- Geluid: in- en invies (hulp, bestand)
- IPA: /ˈɪn ɛn ˈɪnvis/
- in- en in·vies
- intensiverende afleiding van vies (bijvoeglijk naamwoord) met reduplicatie van in- (versterkend voorvoegsel)
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | in- en invies | - | - |
verbogen | in- en invieze | - | - |
in- en invies
- uiterst smerig
- De verpleging zei dat ik maar goed moest opletten dat ik altijd mijn sloffen aandeed, want het hele ziekenhuis was in- en invies. [1]
- Het woord 'in- en invies' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- ↑ BoWat u zegt. Infectievaccin? Maak eerst eens goed schoon! (17 maart 2014) op website: Telegraaf.nl; geraadpleegd 2015-07-25