in- en ingelovig
- Geluid: in- en ingelovig (hulp, bestand)
- IPA: /ˈɪn ɛn ˈɪŋɣəlovəχ/
- in- en in·ge·lo·vig
- intensiverende afleiding van gelovig (bijvoeglijk naamwoord) met reduplicatie van in- (versterkend voorvoegsel)
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | in- en ingelovig | - | - |
verbogen | in- en ingelovige | - | - |
in- en ingelovig
- ten diepste overtuigd
- (...) een geschreven portret van de vroegere „chef", waarin hij getypeerd werd als „In- en ingelovig, wijs, bekwaam met een hart vol bewogenheid voor ieder die het uniform droeg. [1]
- Het woord 'in- en ingelovig' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- ↑ "Dr. W.G. Harrenstein in het harnas overlden. Verlies voor de Gereformeerde Kerken" in: Nieuwe Leidsche Courant jrg. 40 nr. 11686 (7 oktober 1959); p. 2, kol 4.; geraadpleegd 2015-07-28