Alternatieve Elfstedentocht op de Weissensee, 2008
  • ijs·baan
enkelvoud meervoud
naamwoord ijsbaan ijsbanen
verkleinwoord ijsbaantje ijsbaantjes

de ijsbaanv / m

  1. een ijsoppervlak dat vrij van sneeuw gehouden wordt om op te schaatsen
  2. een stuk land waarop in de winter een ondiepe laag water wordt aangebracht om op te schaatsen wanneer de vorst intreedt, natuurijsbaan
  3. een ijsbaan in een sporthal, kunstijsbaan
     De schooldag ging snel voorbij, zoals ik het me herinner hadden we niets anders gedaan dan een beetje ijshockeyen voordat het tijd was om naar huis te gaan. De ijshockeybaan en de ijsbaan lagen vlak voor de deur.[1]
99 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[2]
  1. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “Echte Amerikaanse jeans” (2017), Uitgeverij Prometheus  , ISBN 9789044632767
  2.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be