identiteitsfraude
- iden·ti·teits·frau·de
- samenstelling van identiteit en fraude met het invoegsel -s-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | identiteitsfraude | identiteitsfraudes |
verkleinwoord | - | - |
- (juridisch) fraude waarbij iemand op slinkse manier persoonlijke gegevens verwerft van iemand anders (identiteitsdiefstal) om zich dan voor te doen als deze persoon
- Nieuwe werkwijze criminelen: identiteitsfraude plegen met siliconen maskers. [1]
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- Het woord identiteitsfraude staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.