• hy·draat
  • In de betekenis van ‘verbinding met water’ voor het eerst aangetroffen in 1844 [1]
  • afgeleid van hydro met het achtervoegsel -aat
enkelvoud meervoud
naamwoord hydraat hydraten
verkleinwoord - -

het hydraato

  1. (scheikunde) een moleculaire verbinding van een stof met water
    • Die stof is geen nitraat, maar een hydraat! 
85 % van de Nederlanders;
85 % van de Vlamingen.[2]