huwelijksadvertentie

  • hu·we·lijks·ad·ver·ten·tie
enkelvoud meervoud
naamwoord huwelijksadvertentie huwelijksadvertenties
verkleinwoord

de huwelijksadvertentiev

  1. (verouderd) advertentie die men plaatst als men op zoek is naar een huwelijkspartner
    • Bladerend door de zaterdagkrant dacht ik met heimwee aan iets dat weg is en nooit meer terugkomt: de huwelijksadvertentie. Ja, je hebt nog wel de zogenaamde 'high end partner search', zo'n forse, peperdure advertentiehoek in de krant waar voortdurend creatieve, aantrekkelijke, energieke, constructieve mensen met humor, academische topposities, 'bonhomie'en een cello op zoek zijn naar het exploreren van nieuwe mogelijkheden, gelijkwaardigheid, humor, inlevingsvermogen, samen met iemand met inzet, spontaniteit, levenselixer en een pied-à-terre in Barcelona om daar concerten of ballet te bezoeken, met wezenlijk engagement op cruciale momenten en een lieve hond. Maar die bedoel ik niet.[2] 
    • Want alle communicatie is miscommunicatie. Zodra je iets zegt, begrijpen anderen je verkeerd en als je probeert de schade te herstellen, maak je de verwarring alleen maar groter. Nu ik hier lig te ijlen, schiet me een oude huwelijksadvertentie uit Sheffield te binnen. Een op genot ingestelde man met een serieus beroep (professional man, hedonistic) zocht een vrouw. Hij gaf zijn advertentietekst door aan de telefoniste van de krant, maar die begreep hem niet goed en maakte er haar eigen versie van. Professional man, 45, head on a stick, seeks similar woman.[3] 
  2. advertentie waarin men een huwelijk aankondigt
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Volkskrant Sylvia Witteman 2 december 2016
  3. Volkskrant Marjolijn Februari 19 april 2008