• hun·ke·rend
vervoeging van: hunkeren
verbogen vorm: hunkerende

hunkerend

  1. onvoltooid deelwoord van hunkeren
    • Bij voetbalvereniging Voorwaarts en korfbalclub SDO wordt met smart gewacht op de komst van twee kunstgrasvelden op ’t Twistveen. Wanneer daar toestemming voor wordt verleend door de gemeenteraad, heeft dat positieve gevolgen voor de atletiekvereniging Twenterand. Die club zwerft sinds jaar en dag door Twenterand, hunkerend naar een eigen stek. [1] 


stellend vergrotend overtreffend
onverbogen hunkerend hunkerender hunkerendst
verbogen hunkerende hunkerendere hunkerendste
partitief hunkerends hunkerenders -

hunkerend

  1. zeer verlangend zijn; rusteloos smachtend
    • Het nieuwe, alweer tiende seizoen van de KRO-NCRV kijkcijferhit Boer zoekt Vrouw begint op zondagavond 16 september. Tijdens de uitzending wordt duidelijk hoeveel liefdesbrieven de zeven, naar een relatie hunkerende boeren en drie vrijgezelle boerinnen die meedoen, hebben gekregen. [2] 
    • Barman Victor Abeln liet gisteren aan RTL Boulevard weten dat meer dan de helft van de ontmoetingen tijdens het vorige seizoen heeft geleid tot een match. Hij gaat ook in de nieuwe reeks weer drankjes en hapjes serveren aan naar liefde en een relatie hunkerende mannen en vrouwen. [3]