hulparbeider
- Geluid: hulparbeider (hulp, bestand)
- IPA: / ˈhʏlpɑrbɛidər / (4 lettergrepen)
- hulp·ar·bei·der
- samenstelling van hulp zn en arbeider zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | hulparbeider | hulparbeiders |
verkleinwoord | - | - |
de hulparbeider m
- (beroep) iemand die vakmensen helpt bij het doen van hun werk
- mannelijke vorm van hulparbeidster
1. iemand die vakmensen helpt bij het doen van hun werk
- Het woord 'hulparbeider' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- ↑ Weblink bron “Major, ijverig verdediger” (22 november 1990) op nrc.nl
- ↑ Weblink bron Raymond van den Boogaard“Vietnamese gastarbeiders DDR moeten naar huis” (29 december 1990) op nrc.nl