Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • hulp·ar·beid·ster
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord hulparbeidster hulparbeidsters
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de hulparbeidsterv

  1. (beroep) vrouw die vakmensen helpt bij het doen van hun werk
     Plotselinge hartklachten vormen voor Klara, een zeventigjarige hulparbeidster in een drukkerij, aanleiding tot nadenken over het leven.[1]
     Daarnaast staan zuiveringsinstallaties, alles in de openlucht. Binnen twee jaar is dat alles in grote loodsen ondergebracht, zoals ten dele in de tweede afdeling al is gebeurd. Dan zal het graan niet meer op hopen, maar rechtstreeks in de zuiveringsinstallatie gestort worden door de vrachtauto's, hetgeen weer een aantal hulparbeidsters overbodig maakt.[2]
Verwante begrippen

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1.   Weblink bron Duitsland 1 (ARD) in: Limburgsch Dagblad, jrg. 64 nr. 193 (18 augustus 1982), Uitgeversmaatschappij Limburgs Dagblad, Heerlen, p. 2 kol. 3
  2.   Weblink bron Een maand Siberië (III) : Sowchos „Komsomolski” herbergt 4000 mensen in: De Waarheid  , jrg. 23 nr. 284 (30 november 1962), p. 5 kol. 6