hoofdplaats
- Geluid: hoofdplaats (hulp, bestand)
- IPA: / ˈhof(t)plats / (2 lettergrepen); /'ɦof(t).plɑts/
- hoofd·plaats
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | hoofdplaats | hoofdplaatsen |
verkleinwoord | hoofdplaatsje | hoofdplaatsjes |
- (regering) de belangrijkste plaats van een gebied, in het bijzonder de vestigingsplaats van het bestuur van een bepaald gebied (land, staat, deelstaat, kanton, provincie, district, gemeente en dergelijke)
- Den Burg is de hoofdplaats van Texel.
- meer in het algemeen een belangrijke plaats
- Kent en Sussex waren de hoofdplaatsen van de ijzerindustrie. [2]
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- Het woord hoofdplaats staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.