homofilie
- ho·mo·fi·lie
- van Frans homophilie, in het Nederlands geïntroduceerd vanaf 1949 (zie vindplaats hieronder) [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | homofilie | |
verkleinwoord |
de homofilie v
- (lhbt) (verouderd) (eufemisme) romantische of seksuele voorkeur voor mensen van hetzelfde geslacht
- ▸ Op de vraag wat hij van homofilie vindt, zegt de voormalig speler van ook ADO in het boek ’einde aan de bullshit’: ,,Nee, ik omarm het niet, ik distantieer me ervan. Ik neem afstand omdat ik er liever niet mee wordt geassocieerd.’’[2]
- ▸ Daarbij vraag ik mij af: Wat was er dan zo aanstootgevend, dat er gewelddadig werd opgetreden? Deed het hand in hand lopen voor deze Noord-Afrikaanse jongeren al een vermoeden rijzen, dat er sprake was van homofilie? Was dit dan vervolgens de trigger voor hen?[3]
- ▸ Als we ons er aan wennen om vanaf dit ogenblik uitsluitend te spreken van homophielen en homophilie dan schieten we in de grote weerstandschans een belangrijke bres, waardoor het moeizame werk van voorlichting en begripverwerving een sneller opmars zal maken.[4]
- homophilie (officiële spelling tot 1955)
- Het woord homofilie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "homofilie" herkend door:
96 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[5] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron “Schaken betreurt eigen anti-homo uitspraken” (1 december 2017) op Telegraaf.nl
- ↑ Weblink bron “’Wat was er zo aanstootgevend?’” (5 april 2017) op Telegraaf.nl
- ↑ Weblink bron Angelo (ps. Niek Engelschman)artikel in Vriendschap, nr. 14, augustus/september 1949 in:Arendo JoustraHomo-erotisch woordenboek. (1988), Thomas Rap, Amsterdam, ISBN 90 6005 266 8, p. 51
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be