[1] hofkapel
 
[2] hofkapel
  • hof·ka·pel
enkelvoud meervoud
naamwoord hofkapel hofkapellen
verkleinwoord hofkapelletje hofkapelletjes

de hofkapelv / m

  1. (religie) religieuze ruimte die hoort bij een paleis
     Stof, lichaamszweet en koolstofdioxide van de mensenmassa's stijgen op naar het hoge plafond van de pauselijke hofkapel en beschadigen de meer dan 500 jaar oude schilderingen, met in het midden de beroemde afbeelding van God die zijn arm uitstrekt naar Adam om hem het leven te geven.[1]
     In de grafkelders van de voormalige Hofkapel, onder de Eerste Kamer, liggen nog steeds overblijfselen van grafelijke en stadhouderlijke families. Er is nog veel, maar we moeten de graven met rust laten[2]
  2. (muziek) muziekgezelschap verbonden aan een adellijk of koninklijk hof
  1.   Weblink bron “Airco voor fresco's Sixtijnse Kapel” (donderdag 30 oktober 2014, 02:04), NOS
  2.   Weblink bron “Reigerbotjes, skeletten en knoopje kindsoldaat leggen grafelijk Binnenhof bloot” (vrijdag 22 januari 2016, 16:29), NOS