hiphop
- hip·hop
- Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘stroming in de popmuziek’ voor het eerst aangetroffen in 1984 [1]
- Van het Engelse hip-hop.
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | hiphop | - |
verkleinwoord | - | - |
de hiphop m
- (cultuur) subcultuur, oorspronkelijk van Afro-Amerikaanse stedelijke jongeren gebaseerd op rapmuziek, breakdancen en graffiti
Engelse leenwoorden met reduplicatie of bijna-reduplicatie worden aaneengeschreven, ook wanneer het woord in het Engels een liggend streepje of spatie heeft. Andere voorbeelden zijn blingbling, bushbush, dumdum en walkietalkie (zie onder spellingregel 12.B: "Maar in het geval van (bijna-)reduplicatie schrijven we het woord aaneen.").
- Het woord hiphop staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "hiphop" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "hiphop" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be