blingbling
- Geluid: blingbling (hulp, bestand)
- bling·bling
- Uit het Engels
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | blingbling | - |
verkleinwoord | - | - |
de blingbling m
- glanzende sieraden die rijkdom tonen
- Je kunt een geweldige outfit en dito make-up dragen, en zoveel blingbling omhangen dat mensen zonsverduisteringbrilletjes moeten opzetten, maar als je haar zit alsof er een hondje overheen heeft geplast, blijft het een armoedige vertoning. [1]
Engelse leenwoorden met reduplicatie of bijna-reduplicatie worden aaneengeschreven, ook wanneer het woord in het Engels een liggend streepje of spatie heeft. Andere voorbeelden zijn bushbush, dumdum en walkietalkie (zie onder spellingregel 12.B: "Maar in het geval van (bijna-)reduplicatie schrijven we het woord aaneen.")
1. glanzende sieraden die rijkdom tonen
- Het woord blingbling staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "blingbling" herkend door:
91 % | van de Nederlanders; |
81 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Susan Smit, Letterhonger
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be