hink-stap-sprong aanloop, sprong en de sprong in slow-motion

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • hink-stap-sprong
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord hink-stap-sprong hink-stap-sprongen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de hink-stap-sprongm

  1. (sport) een atletiekonderdeel waarbij men na een aanloop afzet met het rechterbeen, neerkomt op de rechtervoet daarna een stap maakt en neerkomt op de linkervoet om daarna een sprong te maken waarbij men op beide benen neerkomt; de afstand van de eerste afzet tot de laatste landing is bepalend voor de uitslag (NB als men afzet met het linkerbeen moet men links en rechts omwisselen in bovengenoemde beschrijving)
    • `Jingle Bells' deed het goed. Er werden cirkels op gelopen, er werd een polka op gedanst, ik zag een soort hink-stap-sprong. Uiteindelijk werd de kerstdans afgesloten met een korte mars als in een 1-meidefilé. De eindpose deed me denken aan een propagandaposter voor de communistische beweging. Vuisten werden geheven, stalen gezichten keken trots in het oneindige.[2] 
    • In Arnhem traint hij niet alleen met Nederlandse sporters, zoals Churandy Martina en Sharona Bakker, maar werkt er ook met vijf buitenlandse topatleten, onder wie de Amerikaan Christian Taylor, tweevoudig olympisch kampioen hink-stap-sprong. Schippers traint al enige tijd intensief met een Britse sprinter uit zijn stal, Desirèe Henry.[3]  
Vertalingen

Meer informatie

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Sandes, David
    De wondermethode 2006 ISBN 9044509543 pagina 202
  3. Volkskrant Rob Gollin 10 maart 2017