hilsich

Pennsylvania-Duits

Uitspraak

• Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
• IPA: / ˈhilzɪç /

Woordafbreking

• hil·sich

Woordherkomst en -opbouw

• Afkomstig van het Middelhoogduitse woord  hülzen bn  "houten" met het achtervoegsel -ich

	mannelijk enkelvoud	vrouwelijk enkelvoud	onzijdig enkelvoud	meervoud
nominatief	hilsicher	hilsichi	hilsich	hilsiche
datief	hilsichem	hilsicher	hilsichem	hilsiche
accusatief	hilsicher	hilsichi	hilsich	hilsiche

Bijvoeglijk naamwoord

hilsich

1. houten, van hout

Schrijfwijzen

•  hilsne bn 

Typische woordcombinaties

• en hilsicher Hammer

een houten hamer, een hamer van hout

Opmerkingen

• Duits: hölzern
• Engels: wooden

Bijvoeglijk naamwoord

hilsich

1. nominatief en accusatief onzijdig enkelvoud stellende trap van hilsich

hilsich

1. meervoud stellende trap van hilsich