Nederlands

 
hijsinstallatie
Uitspraak
Woordafbreking
  • hijs·in·stal·la·tie
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord hijsinstallatie hijsinstallaties
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de hijsinstallatiev

  1. apparaat waarmee men zaken omhoog kan brengen met behulp van een touw, kabel of ketting
     'Daar gaat ook iets gebeuren,'zei Te Siepe, wijzend naar de hoek van de Amstelveenseweg, waar een gele hijsinstallatie, schuin opgericht tussen de populieren, bezig was een grote container over de gevangenismuur te tillen.[1]
     Dat had nogal wat voeten in de aarde. Zo moest twee jaar geleden de oude kazemat Vreeswijk-Oost worden verplaatst. De 1,2 miljoen kilo zware bunker werd met een enorme hijsinstallatie opgetild en 150 meter verderop weer neergezet.[2]
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. “Advocaat van de Hanen” (1990), De Bezige Bij  , ISBN 9789023479925
  2.   Weblink bron “Nieuwe sluis Nieuwegein maakt eind aan flessenhals op het water” (06-02-2019), NOS