hijsinstallatie
- hijs·in·stal·la·tie
- samenstelling van hijsen ww en installatie zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | hijsinstallatie | hijsinstallaties |
verkleinwoord |
de hijsinstallatie v
- apparaat waarmee men zaken omhoog kan brengen met behulp van een touw, kabel of ketting
- ▸ 'Daar gaat ook iets gebeuren,'zei Te Siepe, wijzend naar de hoek van de Amstelveenseweg, waar een gele hijsinstallatie, schuin opgericht tussen de populieren, bezig was een grote container over de gevangenismuur te tillen.[1]
- ▸ Dat had nogal wat voeten in de aarde. Zo moest twee jaar geleden de oude kazemat Vreeswijk-Oost worden verplaatst. De 1,2 miljoen kilo zware bunker werd met een enorme hijsinstallatie opgetild en 150 meter verderop weer neergezet.[2]
1. apparaat waarmee men zaken omhoog kan brengen met behulp van een touw, kabel of ketting
- Het woord 'hijsinstallatie' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ “Advocaat van de Hanen” (1990), De Bezige Bij , ISBN 9789023479925
- ↑ Weblink bron “Nieuwe sluis Nieuwegein maakt eind aan flessenhals op het water” (06-02-2019), NOS