• her·nieu·wing
enkelvoud meervoud
naamwoord hernieuwing hernieuwingen
verkleinwoord

de hernieuwingv

  1. het weer starten van iets dat was stopgezet
     Op dat moment wist ze nog niet dat ze naar KPN zou gaan, vervolgt Leroy. "Ik was in bespreking over de hernieuwing van mijn contract met Proximus en had enkele gesprekken met verschillende externe partijen, waaronder KPN."[2]
     "Deze tragedie onderstreept de noodzaak voor een hernieuwing van het vredesproces", liet Guterres via zijn woordvoerder weten. Dat proces moet ertoe leiden dat de Israëliërs en Palestijnen weer kunnen onderhandelen over een manier waarop zij "vreedzaam en veilig naast elkaar kunnen leven".[3]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron “Afscheid beoogd KPN-topvrouw Leroy overschaduwd door huiszoekingen” (20-09-2019), NOS
  3.   Weblink bron “VN-chef Guterres wil onderzoek naar geweld Gaza” (31-03-2018), NOS