herenakkoord
- he·ren·ak·koord
- samenstelling van heer en akkoord met het invoegsel -en- [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | herenakkoord | herenakkoorden |
verkleinwoord |
het herenakkoord o
- (juridisch) niet officieel vastgelegde overeenkomst tussen 'heren' die gebaseerd is op onderling vertrouwen en niet rechtens afdwingbaar is
- Ondanks hun tijdelijk terugtreden bleven de oprichters de dagelijkse directie over de loterij voeren. De mannen hadden een herenakkoord gesloten met de beneficiënten, die formeel overgebleven waren in het bestuur. De statuten zouden niet zonder hun stem worden gewijzigd.[2]
- Uiteindelijk bleek Leopold alleen geïnteresseerd in het sluiten van een herenakkoord dat wederzijdse concurrentie moest voorkomen. [3]
1. (juridisch) niet officieel vastgelegde overeenkomst tussen 'heren' die gebaseerd is op onderling vertrouwen en niet rechtens afdwingbaar is
- Het woord herenakkoord staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "herenakkoord" herkend door:
91 % | van de Nederlanders; |
84 % | van de Vlamingen.[4] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ herenakkoord op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Holtwijk, InekeDe mannen van de droomfabriek 2015 ISBN 978-94-6003201-1 pagina 207-208
- ↑ Haasnoot, RobertLangzame wals 2015 ISBN 978-90-445-0937-3 pagina 188-189
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be