Andere schrijfwijzen Niet te verwarren met: Hellehond


Nederlands

 
[1] Een hellehond als gevelsteen.
 
[1] De hellehond van de Lutte.
Uitspraak
Woordafbreking
  • hel·le·hond
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord hellehond hellehonden
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de hellehondm

  1. (mythologie) (folklore) mythisch wezen dat de toegang tot de onderwereld bewaakt en onheil brengt
     Het verschijnen van de hellehond was een slecht voorteken. Nu is de hellehond het symbool van De Lutte en zijn er jaarlijks de hellehondsdagen.[3]
     Meermalen ontsnapt hij aan de dood – zelf verkozen of niet – en aan zijn vijanden, de witte jongens met stenen, de mannen op paarden met fakkels, de hellehond. Een hellehond ja, en dat zwarte, gladde wezen is een volstrekt geloofwaardige tegenstander, zoals de hele roman door de magie en het drama effectief ingezet worden.[4]
  2. (figuurlijk) bijtgrage, agressieve hond
     Maar knallen hoort erbij, toen en nu. Al heb ik geen enkel begrip voor idioten die vuurwerk gooien naar mensen of dieren. Dan mag een geschrokken Bello zich ontpoppen tot een hellehond die de dader in zijn eigen sterretje bijt.[5]
Hyponiemen

Gangbaarheid

83 % van de Nederlanders;
72 % van de Vlamingen.[6]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Vroegmiddelnederlands Woordenboek
  2. Oudnederlands Woordenboek
  3.   Weblink bron
    Petra & Annemarie
    “'t Keampke in Twente” (2022), A tot Z reizen, De Lutte, p. 8
  4.   Weblink bron
    Daan Stoffelsen
    “Gejaagd door water, blues en hellehond” (11 april 2014) op nrc.nl  
  5.   Weblink bron “Voetzoekers” (27 december 2016) op telegraaf.nl  
  6.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be