heidehoen
- (IPA in voorbereiding)
- hei·de·hoen
- samenstelling van heide zn en hoen zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | heidehoen | heidehoenderen heidehoenders |
verkleinwoord | heidehoendertje | heidehoendertjes |
het heidehoen o
- (hoendervogels) Tympanuchus cupido cupido de nominale ondersoort van het prairiehoen. De ondersoort stierf uit in 1932
- Het woord 'heidehoen' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.